Wat is diabetes?

Diabetes, in de volksmond ook wel suikerziekte genaamd, is een stofwisselingsziekte waarbij er te veel glucose (een vorm van suiker) in het bloed zit. Bij diabetes kan het lichaam de bloedsuikerwaarde (de hoeveelheid glucose in het bloed) niet meer in evenwicht houden. Het lichaam maakt geen of te weinig van het hormoon insuline aan of de lichaamscellen reageren niet meer goed op insuline. Hierdoor nemen de cellen de suiker in het bloed niet goed op, stijgt de bloedglucosewaarde en dat veroorzaakt allerlei klachten.

 

 

Wat is insuline?

Insuline is een hormoon dat ervoor zorgt dat de suiker in het bloed kan worden opgenomen in de lichaamscellen. Je kunt insuline zien als een soort sleutel die de deur van de lichaamscellen openmaakt, zodat de suiker naar binnen kan.

Insuline wordt gemaakt in de alvleesklier (ook wel pancreas genaamd). De alvleesklier ligt achter de maag en verspreid daarin liggen de eilandjes van Langerhans. Dit zijn cellen die in groepjes bij elkaar liggen. Onder de microscoop zien ze eruit als een soort eilandjes, vandaar de naam. Hier wordt normaal insuline gemaakt en afgegeven aan het bloed.

Welke soorten diabetes zijn er?

Diabetes type 2

De meest voorkomende variant is diabetes type 2, ook wel ouderdomssuiker genoemd. Tegenwoordig zien we echter dat deze op steeds jongere leeftijd voorkomt; zelfs bij kinderen! Negen op de tien mensen met diabetes heeft deze variant. Mensen met diabetes type 2 maken te weinig insuline aan en/of de lichaamscellen zijn minder gevoelig geworden voor insuline. Diabetes type 2 ontstaat meestal heel geleidelijk, waardoor het lang onopgemerkt kan blijven en de klachten relatief mild zijn, maar diabetes kan op de lange termijn heel schadelijk zijn voor het lichaam.

Diabetes type 1

Één op de tien mensen heeft diabetes mellitus type 1, in het kort diabetes type 1 genoemd. Bij deze variant valt het afweersysteem de cellen aan die zorgen voor de aanmaak van insuline. Mensen met diabetes type 1 hebben daardoor de rest van hun leven insuline nodig. Deze insuline dienen ze dagelijks toe via meerdere injecties met een insulinepen of door gebruik te maken van een insulinepomp.

We weten niet precies waarom het afweersysteem deze cellen aanvalt. Wetenschappers dachten eerst dat het afweersysteem een fout maakte, maar recent onderzoek toonde aan dat de insuline-producerende cellen op de een of andere manier in de stress raken en deze aanval ‘uitlokken.’

 

Wil je meer weten hierover? Lees dan zeker het interview dat we hielden met prof. dr. Bart Roep over welke inzichten het wetenschappelijk onderzoek naar het genezen van diabetes type 1 heeft opgeleverd.

Zwangerschapsdiabetes

Een vrouw die geen diabetes heeft, kan dit tijdens de zwangerschap ontwikkelen. Dit noemen we dan zwangerschapsdiabetes. Zwangerschapsdiabetes ontstaat doordat het lichaam tijdens de zwangerschap meer insuline nodig heeft. Soms kan de alvleesklier deze verhoogde vraag naar insuline niet aan, waardoor de bloedglucosewaarde te hoog wordt.

Het is heel belangrijk om de bloedglucosewaarden goed in de gaten te houden en zoveel mogelijk binnen    de normale grenzen te houden. Anders kan het kind een te hoog geboortegewicht krijgen. Dit kan de bevalling moeilijker maken. Ook kunnen grote schommelingen in de bloedglucosewaarde de rijping van de longen van het kind vertragen.

Meestal treedt zwangerschapsdiabetes op na de twintigste week van de zwangerschap.

Om zwangerschapsdiabetes vast te stellen wordt een zogenaamde suikerwatertest (Glucose Tolerantie Test) gedaan. Hierbij wordt er bloed geprikt en twee uur na het drinken van suikerwater nog een keer, om te kijken in hoeverre de bloedglucosewaarde stijgt. Bij zwangerschapsdiabetes wordt de groei van het kind goed in de gaten gehouden.   

Om de bloedglucosewaarde zo goed mogelijk binnen normale grenzen te houden wordt een voedingsadvies voorgeschreven. Daarnaast is het belangrijk om regelmatig de bloedglucosewaarde te meten met een vingerprik . Ook kan het nodig zijn om insuline  te spuiten.   

Zeldzame vormen van diabetes

Er zijn ook meer zeldzame vormen van diabetes, bijvoorbeeld als gevolg van ziektes zoals alvleesklierontsteking, en diverse bijzondere erfelijke vormen van diabetes .

MODY

MODY staat voor Maturity Onset Diabetes of the Young en is een erfelijke vorm van diabetes. MODY wordt vaak aangezien voor diabetes type 1 of 2. De behandeling is echter heel anders. Het is daarom heel belangrijk dat de juiste diagnose zo vroeg mogelijk wordt gesteld.

De oorzaak is een afwijking in het DNA. Er zijn meer dan dertien verschillende genafwijkingen bekend, maar in Europa komen vijf vormen het meest voor. Omdat MODY erfelijk is, heeft ieder kind van een ouder met MODY vijftig procent kans om deze afwijking in het erfelijke materiaal te erven.

In Nederland hebben naar schatting zo’n twintigduizend mensen deze zeldzame vorm van diabetes. Maar een klein deel van deze mensen heeft echter ook daadwerkelijk de diagnose MODY gekregen. Veel van deze mensen lopen rond met een verkeerde diagnose, waardoor ze helaas niet de juiste behandeling krijgen.

Het type MODY bepaalt welke behandeling het beste is: het voorschrijven van tabletten, spuiten van insuline, voedingsadviezen   of geen behandeling meer, als blijkt dat er eerst een verkeerde diagnose is gesteld.

Diabetes type 1 en 2 en sporten

LADA

LADA staat voor Latent Autoimmune Diabetes of the Adult en is een vorm van diabetes type 1. Deze vorm ontwikkelt zich trager, waardoor de verschijnselen   zich geleidelijk uiten. Daardoor lijkt het in het begin op diabetes type 2 en wordt het daar ook regelmatig mee verward. In tegenstelling tot de meest voorkomende vorm van diabetes type 1   is behandeling met insuline bij LADA in het begin meestal niet nodig. Bloedonderzoek kan uitwijzen of er sprake is van LADA.

Verschijnselen van diabetes

Bij diabetes type 2 ontwikkelen de klachten zich veelal heel geleidelijk en merken mensen er in het begin niet veel van. Niet ongewoon wordt de ziekte per ongeluk opgemerkt bij bloedonderzoek. Op den duur krijgen mensen wel klachten, zoals:

  • veel plassen
  • veel dorst
  • droge mond
  • vaak moe zijn
  • afvallen
  • vaak terugkerende infecties, zoals blaasontsteking
  • bij vrouwen: jeuk aan de schaamlippen
  • bij mannen: vaak ontsteking van de eikel

Als de klachten heel lang aanhouden kan dat schade toebrengen aan de ogen, nieren, zenuwen en bloedvaten. Dat kan weer zorgen voor meer klachten, waaronder:

  • slecht(er) of wazig zien
  • pijn en tintelingen in armen en benen
  • minder gevoel in voeten
  • (slecht genezende) wondjes, vaak aan de voeten
  • problemen met lopen
  • bij mannen: niet of moeilijk een erectie krijgen

Door de schade aan hart- en bloedvaten   is er een groter risico op een hart- of herseninfarct. Daarnaast hebben mensen met diabetes ook vaker last van psychische klachten, zoals depressiviteit.

{Herken je veel van deze klachten? Laat je dan testen bij de huisarts. Met een vingerprik wordt er gekeken in een druppeltje bloed of je misschien diabetes hebt.}

Risicofactoren

Mensen met diabetes typ 2 kampen vaak (maar zeker niet altijd) met overgewicht, hebben een hoge bloeddruk en afwijkende cholesterolwaarden. Het is belangrijk om deze zo goed mogelijk te behandelen. De eerste stap daarbij is aandacht voor de leefstijl. Meer bewegen en een goed dieet is daarbij heel belangrijk. Ook stoppen met roken en zorgen voor voldoende ontspanning en slaap kan helpen om de bloedglucosewaarde te verlagen.

 

Als het niet lukt om met andere voeding en meer bewegen een gezond gewicht te bereiken, dan kan het nodig zijn om medicijnen te gebruiken. Eerst in tabletvorm maar later kunnen ook insuline-injecties nodig zijn.

Erfelijkheid

Bij diabetes type 1 kan erfelijkheid een rol spelen. Als er in de familie veel diabetes voorkomt, kan de arts hier onderzoek naar doen. Erfelijkheid alleen veroorzaakt geen diabetes type 1. Meestal wordt de ziekte uitgelokt door bijvoorbeeld een virusinfectie. Hierdoor raken de insuline producerende cellen in de stress, waardoor het afweersysteem de cellen aanvalt en vernietigt. Als één van de ouders diabetes type 1 heeft, hebben kinderen drie tot zes procent kans om de ziekte ook te krijgen.

Complicaties van diabetes

Langdurig verhoogde glucose is schadelijk voor het lichaam.  Het kan uiteindelijk leiden tot ernstige complicaties, zoals hart- en vaatziekten (hartinfarct, herseninfarct) en aantasting van de zenuwen, ogen of   nieren. Hoe beter de bloedglucosewaarde binnen de normale grenzen blijft, hoe kleiner de kans op complicaties.

Uit een studie van het Nivel en RIVM uit 2021 blijkt dat mensen met diabetes type 1 gemiddeld dertien jaar korter leven dan mensen zonder diabetes.    

Bij diabetes type 2 lag de levensverwachting vier jaar lager. Gelukkig wordt de medische techniek steeds beter in het behandelen van diabetes.

Wil je meer weten over dit onderzoek? Lees dan hier de meest gestelde vragen en antwoorden.

Behandeling van diabetes type 2

De eerste stap bij de behandeling van diabetes type 2 is zorgen voor een gezonde(re) levensstijl. Dat betekent gezonde voeding (meer plantaardig en geen sterk bewerkt voedsel), afvallen naar een gezond gewicht, voldoende beweging en (voor rokers) stoppen met roken. Ook is genoeg ontspanning en voldoende nachtrust belangrijk.

Mocht het met dieet- en leefstijlaanpassingen niet lukken om de bloedglucosewaarde te verlagen, dan kan het nodig zijn om medicijnen te slikken of zelfs insuline  te spuiten.   

Meer weten over gezonde voeding? Kijk de film Gamechangers, van James Cameron en Arnold Schwarzenegger, over topsporters die zweren bij een plantaardig dieet: https://www.netflix.com/nl/title/81157840

 

Behandeling van diabetes type 1

De behandeling van diabetes type 1 bestaat uit het spuiten van insuline. Dit kan met behulp van een insulinepen en pennaalden of door gebruik te maken van een insulinepomp. Ook moet je meerdere keren per dag je bloedglucosewaarde meten via een vingerprik of een continu glucosemeter.

Wat is een insulinepomp?

Een insulinepomp is een apparaatje dat continu kleine hoeveelheden kortwerkende insuline afgeeft aan je lijf. Dit noemen we basaalinsuline. Die kun je vergelijken met de langwerkende insuline die je met een insulinepen toedient. Via de pomp stem je de basale insuline met   programma’s precies af op je persoonlijke behoefte op verschillende momenten van de dag. Daardoor is  je bloedglucosewaarde in veel gevallen met een pomp beter te reguleren dan met een insulinepen.

Ook dien je met een pomp eenvoudig een bepaalde hoeveelheid bolusinsuline toe als je gaat eten of als je een hoge bloedglucosewaarde hebt. Je pompt helpt je met het berekenen van de juiste hoeveelheid met een boluscalculator.

Daarnaast biedt een insulinepomp je meer flexibiliteit doordat je gemakkelijk de basale insuline tijdelijk ophoogt of verlaagt, als je bijvoorbeeld spontaan besluit te gaan sporten.

 

Wat zijn de voor- en nadelen van een insulinepomp?

Het voordeel van een insulinepomp is dat deze de bloedglucosewaarde beter binnen de gewenste streefwaarden kan houden. Je hebt meer controle over de insulinetoediening in vergelijking met een insulinepen. Met een insulinepomp ben je veelal beter in staat om je insuline af te stemmen op jouw persoonlijke behoefte. Hoe beter je bloedglucosewaarde gereguleerd is, hoe meer energie je hebt. Dit geeft je dan meer vrijheid. Nadeel van een insulinepomp is dat erde hele tijd een apparaat op je lijf zit, wat minder bewegingsvrijheid geeft. Een insulinepen steek je gemakkelijk in je jaszak of tas.

Belangrijkste voor- en nadelen van een insulinepomp

Voordelen

  • Betere regulatie mogelijk in vergelijking met een insulinepen
  • Meer flexibiliteit in je leven, bijvoorbeeld als je spontaan wilt gaan sporten of uit eten gaat
  • Gemakkelijker bijregelen zonder opnieuw te hoeven prikken door te bolussen of met de tijdelijk basaalfunctie
  • Boluscalculator die je helpt met bolussen
  • Koppeling met een rt-CGM in sommige gevallen mogelijk

Nadelen

  • Continu een medisch hulpmiddel op je lichaam
  • Infuusslangen kunnen afgekneld raken, waardoor je te weinig insuline krijgt
  • Huidirritatie van infuuspleisters bij een gevoelige huid

Wie komt in aanmerking voor een insulinepomp?

Injecteer je dagelijks vier keer of meer en krijg je daarmee nog steeds geen goede regulatie van je bloedglucosewaarde? Dan kun je in aanmerking komen voor een insulinepomp. Overleg met je behandelaar of een insulinepomp voor jou een oplossing kan zijn.

Wordt een insulinepomp vergoed door de zorgverzekeraar?

In de meeste gevallen wordt een insulinepomp vergoed door je zorgverzekeraar. Niet alle pompen worden echter door alle zorgverzekeraars vergoed.

Hoe lang moet je een insulinepomp gebruiken?

Een insulinepomp krijg je voor vier jaar. Daarna mag je een nieuwe pomp uitkiezen. Dat is niet altijd gemakkelijk. De ontwikkelingen volgen zich in razend tempo op. Het is daarom belangrijk dat je je goed laat adviseren. Informeer bij je behandelaar welke opties er allemaal zijn en welke het beste bij jouw past. Bij een aantal pompfabrikanten kun je een insulinepomp op proef krijgen. Zo ook de Equil patchpomp. Deze kun je geheel vrijblijvend drie maanden uitproberen.

Equil ervaringskit

Voorwaarden voor het gebruik van een insulinepomp

Het is belangrijk dat je voldoende kennis, inzicht en vaardigheden hebt over diabetes en het gebruik van een insulinepomp. Hiervoor krijg je dan ook een uitgebreide training en instructie. Ook moet je genoeg kennis hebben over koolhydraten waarvoor vaak een of meerdere afspraken nodig zijn bij een diëtist. Daarnaast is het erg belangrijk dat je voldoende gemotiveerd bent. Samen met je behandelaar maak je hierover afspraken en stel je doelen vast.

Indicaties en contra-indicaties voor een insulinepomp

Indicaties

  • Matig tot slechte bloedglucoseregulatie ondanks intensieve insulinetherapie
  • Hoge nuchtere waarden met hypo’s bij ophogen van de basale insuline
  • Onverklaarbare schommelingen in de bloedglucosewaarden
  • Hypo-unawareness
  • Zwangerschap(swens)

Contra-indicaties

  • Niet goed kunnen zien
  • Verminderde handfunctie
  • Niet goed beheersen van de Nederlandse taal
  • Onvoldoende motivatie
  • Onvoldoende kennis en inzicht
  • Allergie voor canule of infuuspleister

Hoe werkt een insulinepomp?

Een insulinepomp is een apparaat dat je dag en nacht bij je draagt en dat, meestal via een slangetje en een dun naaldje onder de huid, continu een kleine hoeveelheid insuline afgeeft aan je lichaam. Dit noemen we basale insuline. Als je gaat eten kun je via de pomp extra insuline toedienen om te voorkomen dat je bloedglucosewaarde stijgt. Dit noem je een bolus. Naast dat er pompen met een slang zijn, zijn er ook draadloze systemen beschikbaar, die je rechtstreeks op je lichaam draagt. Dit noemen we patchpompen.

Welke insulinepompen zijn er?

Insulinepompen zijn er in verschillende soorten en maten. Grofweg kun je ze indelen in pompen met een slang en pompen zonder slang. Die laatste noemen we ook wel patchpompen of draadloze insulinepompen. Via een dun kunststof slangetje onder de huid geeft de pomp continu een kleine hoeveelheid kortwerkende insuline af. Een patchpomp zit rechtstreeks op je lijf. Bij dit type pomp is geen aparte infuusslang nodig.

Draadloze insulinepomp

Een draadloze insulinepomp, ook wel een patchpomp genoemd is een insulinepomp zonder slang. Deze pomp draag je rechtstreeks op het lichaam en via een aparte draadloze afstandsbediening bedien je de pomp.

Bij een patchpomp heb je geen aparte infuusset met een slang nodig en dat geeft je meer vrijheid. De patchpomp bevestig je met een speciale infusiepleister op je huid.

De Equil patchpomp is een voorbeeld van een draadloze insulinepomp. Voordeel van deze patchpomp is dat je ook gemakkelijk met één druk op de knop afkoppelt. Handig als je bijvoorbeeld een frisse duik of een douche neemt, gaat chillen in de sauna of aan contactsport doet.

Ontdek hier alle voordelen van de Equil patchpomp.

Conventionele insulinepomp

Een conventionele of traditionele insulinepomp is een pomp met een infuusslang. Door deze slang dient de pomp de insuline via een onderhuids geplaatste naald toe aan je lichaam. De pomp zelf draag je meestal in je broekzak, bh of aan je riem in een speciale hoes of clip. Nadeel van zo’n pomp is dat je door de slang wat minder vrijheid hebt en dat het minder discreet is, doordat de pomp veelal zichtbaarder is.

(Hybrid) closed loop insulinepomp

AID, hybrid closed loop, predictive low-glucose suspend technologie, kunstmatige alvleesklier. Zie jij door de bomen het bos nog? Zijn het verschillende namen voor hetzelfde? Ja en nee. Ja, in die zin dat het insulinepompen zijn die steeds meer van je overnemen als het gaat om de insulinetoediening. Maar nee, in die zin dat er verschil zit in de mate waarin ze dat doen en vooral hoe. Elk systeem heeft namelijk zijn eigen algoritme. Dat is de software die je ook kunt zien als een hele complexe beslisboom of set aan regels aan de hand waarvan de pomp beslissingen maakt.

Maar eerst even wat over de verschillende benamingen. Een steeds gangbaardere afkorting is AID, wat staat voor Automated Insulin Delivery. Dit zijn insulinepompen di e de insulinetoediening (deels) van je overnemen. Ze lezen de meetgegevens van je sensor uit en een speciaal algoritme interpreteert die gegevens en voorspelt je bloedsuikerspiegel. Zo neemt hij telkens een beslissing over wat er met de toediening moet gebeuren. Minder of stoppen, geen actie of toch wat meer insuline?  

Een predictive low-glucose suspend (PLGS) systeem probeert te voorspellen wat je bloedglucose zal zijn over bijvoorbeeld een half uur. Als je bloedglucosewaarde te laag dreigt te worden, dan stopt de pomp de toediening. Stijgt je bloedglucosewaarde weer, dan hervat de pomp de toediening . Het kan bij deze systemen nog steeds zo zijn dat je een hypo krijgt, al zal die minder hevig zijn dan wanneer de toediening niet gestaakt zou zijn .

 

Een hybrid closed loop systeem is een insulinepomp met een speciaal algoritme, dat in staat is om de insulinetoediening aan te passen op basis   van de sensorwaarden. De pomp krijgt de bloedglucosemetingen door van de glucosesensor die je draagt en het algoritme interpreteert die waarden en maakt op basis daarvan beslissingen om de insulinetoediening wel of niet aan te passen. Hybrid closed loop systemen nemen dus voor een deel de controle over de insulinetoediening van je over, maar bij de meeste systemen moet je nog wel het aantal gram koolhdyraten invoeren.

 

De meeste AID’s hebben insuline aan boord, maar er zijn ook systemen in ontwikkeling die naast insuline ook het hormoon glucacon bevatten. Dit zijn volledige closed loop systemen.

Kunstmatige alvleesklier

De artificiële pancreas of wel een kunstmatige alvleesklier is een vernuftig apparaat dat naast insuline ook het hormoon glucagon aan boord heeft. Zo zijn deze systemen niet alleen staat om de bloedglucosewaarde te verlagen, maar ook te verhogen wanneer deze te laag wordt. Eigenlijk precies zoals een gezonde alvleesklier ook zou doen. De Inreda is hier een mooi voorbeeld van.

Voordeel is dat je het systeem heel veel van je overneemt. Zo hoef je bijvoorbeeld niet te bolussen en geen koolhydraten in te voeren. Nadeel is dat je meerdere slangen en sensoren hebt (al zeggen ze bij Inreda: “één sensor is geen sensor”) en de glucagon is niet lang houdbaar, waardoor je die vaker moet vervangen.

Welke insulinepomp past het beste bij mij?

Welke insulinepomp het beste bij jou past is een hele persoonlijke afweging. Welke eisen stel jij aan een pomp? Moet de pomp draadloos zijn, gebruik je grote of juist hele kleine hoeveelheden insuline? Wil je de pomp kunnen afkoppelen, een snelle bolus kunnen toedienen of de pomp kunnen combineren met een sensor? Zo maar een aantal aspecten  die je meeneemt in je afweging. Ook kan het zijn dat je niet voor elke pomp in aanmerking komt, bijvoorbeeld vanwege de hoeveelheid insuline die je per dag nodig hebt. Het is daarom belangrijk om je samen met je behandelaar goed te verdiepen in de mogelijke opties.

Daarnaast staan de technische ontwikkelingen op het gebied van diabeteszorg niet stil. Het is dan ook niet altijd gemakkelijk om een keuze te maken. Zeker omdat je pompen veelal vier jaar moet gebruiken.

 


Bij een aantal pompfabrikanten kun je een insulinepomp een bepaalde periode op proef krijgen. Zo ook de Equil patchpomp. Deze kun je geheel vrijblijvend drie maanden uitproberen.

Hugo van der Mark gebruikt al meer dan 20 jaar een insulinepomp, waarvan de laatste jaren de Equil patchpomp. Als pompbuddy helpt hij andere door zijn ervaringen met de deze insulinepomp te delen. Wil je meer weten over zijn ervaringen?

Lees dan hier zijn persoonlijke verhaal over zijn leven met diabetes type 1 of plan en afspraak met hem via Diabetes+.

Maak kennis met Equil

  • Draadloos en gemakkelijk afkoppelen, zodat jij meer vrijheid hebt.
  • Meer gemak door de gebruiksvriendelijke afstandsbediening.
  • Ook geschikt voor mensen met hoge insulinedoseringen.
Ontdek hier alle voordelen of vraag een ervaringskit aan.
Equil ervaringskit